'Alsof je verdrinkt waar iedereen bijstaat zonder in te grijpen,' zo voelde ik me al een tijdje. Na alles wat er gebeurd was zou ik dat ook geen wonder noemen. Het overrompelde me iedere keer weer. Eindeloos vermoeiend. En het allerergste: ik kon er niks tegen doen. Kit zou zeggen dat ik me niet zo moest aanstellen, het nemen zoals het is. Maar zelfs hij kon niet ontkennen dat het onze relatie, hoe gestoord en ziek die ook was, geen goed deed. Hij zou het onmogelijk kunnen begrijpen. Ik zou willen dat iemand van mijn verhaal zou leren, om zulke verschrikkingen te voorkomen in de toekomst. Maar vooral zou ik willen dat mensen zoals ik blijven vechten; vechten tegen de Stier.